maandag 30 mei 2016

Eis: 20 jaar cel en TBS in hoger beroep voor o.a. moord op echtgenoot

Tegen Ada van der P. (54) is door de advocaat-generaal in Amsterdam 20 jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging geëist. Zij wordt verdacht van meerdere ernstige misdrijven, waaronder moord op haar echtgenoot. Deze man overleed op 22 augustus 2012 in Franeker, in de woning die hij met de verdachte deelde. Volgens het OM heeft de verdachte haar man om het leven gebracht door hem een hoeveelheid medicijnen toe te dienen.

Ruim acht jaar eerder (op 22 februari 2004) overleed ook al een echtgenoot van de verdachte, in Enkhuizen. In dit geval kan moord of doodslag niet bewezen worden verklaard. Wel kan in de visie van het OM worden bewezen dat zij de man in hulpeloze toestand heeft gelaten, met zijn dood als gevolg. De verdachte (zelf gediplomeerd verzorgende) heeft nagelaten medische hulp in te roepen terwijl de gezondheidstoestand van de man zichtbaar verslechterde.

Naast deze feiten wordt de vrouw ook verdacht van valsheid in geschrifte en oplichting, door middels vervalste documenten een overlijdensrisicoverzekering op naam van haar echtgenoot in Franeker af te sluiten, kort voor diens dood. De verzekering heeft na de dood van het slachtoffer 250.000 euro uitgekeerd aan de verdachte. Ook wordt zij verdacht van brandstichting in de woning (in Sambeek) van een derde man, met wie zij vanaf oktober 2012 een relatie had. De brand werd gesticht op 5 juni 2013.

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 20 jaar. De officier van justitie had 20 jaar en TBS met dwangverpleging geëist. Het OM is, evenals de verdachte, tegen het vonnis van de rechtbank in hoger beroep gegaan.

De verdachte heeft ontkend dat zij betrokken is geweest bij de dood van de beide echtgenoten. Het valt op, aldus de advocaat-generaal, dat er grote overeenkomsten zijn tussen de twee sterfgevallen. Beide huwelijken waren slecht, waarbij scheiden door een christelijke levensovertuiging van de verdachte geen optie was. De beide mannen waren (relatief) jong en gezond en zijn onverwachts overleden. In beide gevallen is kort voor het overlijden een overlijdensrisicoverzekering met een korte looptijd afgesloten. De verdachte heeft in beide gevallen in strijd met de waarheid gezegd dat zij medische hulp heeft ingeroepen.

Gedragsdeskundigen hebben geconstateerd dat de verdachte kampt met een ernstige persoonlijkheidsproblematiek. Een causaal verband tussen de stoornis en de tenlastegelegde feiten is echter niet vastgesteld. De advocaat-generaal heeft betoogd dat dat niet betekent dat het verband er niet is. Gelet op de bij verdachte aanwezige stoornis en het geheel aan feiten op de tenlastelegging, lijkt het haast niet mogelijk dat de stoornis géén invloed heeft gehad op de tenlastegelegde feiten. Er kan, meent het OM, geen andere conclusie worden getrokken dan dat verdachte een groot gevaar vormt voor de algemene veiligheid van personen en goederen. De advocaat-generaal: ,,Het terugbrengen van dit gevaar maakt het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging niet alleen wenselijk, maar ook noodzakelijk.'' Een derde man uit Boxmeer, met wie zij zich had verloofd, is mogelijk aan de dood ontsnapt

De verdachte is geobserveerd in het Pieter Baan Centrum (PBC). Zij wilde niet meewerken aan een nadere PBC-rapportage.

In hoger beroep is een groot aantal getuigen gehoord. De afgelegde verklaringen zijn overwegend consistent met hetgeen zij eerder hebben verklaard en werpen geen ander licht op de zaak.

De advocaat-generaal: "Verdachte heeft vele slachtoffers gemaakt, maar dat laat haar kennelijk koud.''

Enkele nabestaanden hebben ook tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep gebruikgemaakt van hun spreekrecht. Daaruit blijkt onomwonden dat de gebeurtenissen diepe sporen hebben nagelaten. Zij worstelen met vele vragen over het plotselinge overlijden van hun geliefde familielid. "Ze zijn verscheurd door het verdriet over het overlijden en hun vermoedens dat verdachte daar de hand in heeft gehad'', aldus de advocaat-generaal.

Het proces wordt donderdag 2 juni voortgezet met het pleidooi van de raadslieden van de verdachte. De datum voor de uitspraak van het hof staat nog niet vast.

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

Eis: Vrijspraak in showbizzmoord

Het Openbaar Ministerie eist vrijspraak voor Martien Hunnik, die 35 jaar lang gezien werd als de moordenaar van platenproducent Bart van der Laar. Zijn destijds bekennende verklaring is niet langer geloofwaardig, zeggen de aanklagers vandaag voor het gerechtshof in Den Haag.

Van der Laar werd op 10 november 1981 neergeschoten. Hunnik werd in 1984 veroordeeld tot 2 jaar cel en tbr (voorloper van tbs) voor doodslag. Hij had bekend Van der Laar te hebben doodgeschoten, maar trok die bekentenis later weer in. Na 8 jaar cel en behandeling kwam hij vrij.

Eind 2014 wees de Hoge Raad een herzieningsverzoek van zijn advocaat, Knoops, toe.

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook