donderdag 14 mei 2009

Politie Gouda een beetje in de war: is stenengooien nou wel of geen baldadigheid


De Politie in Gouda is kennelijk een beetje in de war, spreekt niet met één mond, of staat keihard te liegen.

Vanmorgen sierde de kop ‘Politie bekogelen? Ach… baldadigheid’ de Telegraaf. In het artikel zegt politiewoordvoerder Chris van Egmond dat de politie van Hollands Midden jongeren die in Gouda een politieauto met stenen hebben bekogeld, laat lopen omdat dit geen misdaad is maar baldadigheid.

"Stenen gooien naar de politie is niet zo bijzonder, dat gebeurt overal", zegt politiewoordvoerder Chris van Egmond. "Wij kunnen hen daar niet voor aanhouden, maar wel een bekeuring van 90 euro geven voor baldadigheid. En die hebben ze gekregen."

De groep jongeren schold de agenten uit en smeet stenen naar de auto toen de politiemannen twee woninginsluipers wilden aanhouden in de Goudse probleemwijk Oosterwei. Vier stenengooiers werden door de agenten herkend en kregen een bekeuring. De twee insluipers, van veertien en zestien jaar oud, waren een paar dagen daarvoor een woning binnengegaan aan de Bernadottelaan.

Een getuige zag de jongens dinsdagavond opnieuw in deze laan lopen en alarmeerde de politie. Toen die ter plaatse kwam, werd de aanhouding van de insluipers tegengewerkt door de groep jongeren, van rond de achttien jaar, die zich plotseling tegen de agenten keerde. Van Egmond: "Ze kwamen ineens overal vandaan." De politie zegt niet op zoek te gaan naar de overige stenengooiers. De zestienjarige insluiper is weer op vrije voeten gesteld.

Van Egmond wil niet zeggen of het gaat om jongeren van Marokkaanse afkomst. "Dat mag ik niet zeggen. Dat is volgens de grondwet verboden. En daar moeten wij ons natuurlijk aan houden." Getuigen uit de straat laten echter weten dat het inderdaad om Marokkanen gaat.

Zover zo goed en eigenlijk niet anders dan we gewend zijn van de Goudse Hermandad en haar Burgemeester.

Later op de ochtend echter waarschijnlijk getriggerd door het nieuws ging Erik-Jan Rosendahl, een verslaggever van Radio Veronica en beroeps ‘sidekick, naar Gouda om te onderzoeken of hij ook alleen maar een bekeuring zou krijgen voor baldadigheid.

In zijn live radioverslag voor MogguhRick werd de suggestie gewekt alsof Erik-Jan Rosendahl over een hek bij een politiebureau klom en vervolgens een ruit van een politieauto ingooide. In werkelijkheid had hij uit een container een portier van een sloopauto gehaald en vernield.

De verslaggever rende hierna weg en wekte in de uitzending de indruk dat agenten gelaten toekeken. De agenten hebben direct de achtervolging ingezet en hem aangehouden op verdenking van vernieling en opruing.

Hoewel hij een meegebrachte autoruit vernielde werd toch aangifte gedaan wegens vernieling (??).

Sterker nog, waar de Goudse Marokkaantjes die stenen gooiden naar de politie gewoon konden gaan, werd de verslaggever vastgehouden en verhoord en onderzoeken Justitie en politie in hoeverre de kosten van de politie-inzet verhaald kunnen worden. Klaarblijkelijk geen ‘gelijke monniken gelijke kappen' in Gouda.

Afijn, zover zo goed.

Klaarblijkelijk werd het de politie toch ook wel duidelijk dat ze raar bezig waren en daarom werd er ‘s avonds een communiqué uitgegeven waarin zij zei wel degelijk jacht te maken op het stel stenengooiende jongeren. De eerdere uitspraak van woordvoerder van Egmond van het korps die het gedrag van de jongens nog af deed als "baldadigheid" wordt nu ernstig betreurd:

,,De politie Hollands Midden betreurt het beeld dat naar buiten is gebracht dat jongeren die stenen naar een politieauto gooien, onder het mom van baldadigheid, weg zouden komen met een bekeuring van 90 euro,'' zo laat het korps weten. Dit gedrag zal op geen enkele wijze worden geaccepteerd en de politie is dan ook onmiddellijk begonnen met een opsporingsonderzoek in het kader van openlijke geweldpleging.

Dinsdag 12 mei gedroegen jongeren zich onbehoorlijk in de richting van agenten na de aanhouding van twee verdachten van een woninginbraak. Vanuit een groep jongeren werden daarbij stenen naar een politieauto gegooid. Deze hebben de auto en de agenten niet geraakt. De daders zijn, in tegenstelling tot wat eerder verklaard is, nog niet achterhaald. Onmiddellijk na dit voorval heeft de politie de beelden van cameratoezicht van gemeente Gouda opgevraagd om de daders te kunnen identificeren. Het opsporingsonderzoek is hiermee in volle gang.

Tja, hoe zit het nou, heeft het korps een woordvoerder die onzin vertelt en van niks weet, of is de politie plots begonnen met een inhaalactie vanwege de negatieve berichtgeving.

Klaarblijkelijk kun je toch beter stenengooien naar de politie dan met een ACAB tatouage rondlopen of kritische cartoons maken.

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

Moordenaar Joanne Noordink wil graag in Nederland blijven

Volgens P. Pel, de advocaat van Ehsan B. (32), is Joanne Noordink (27) uit Aalten in het huis van Ehsan omgebracht en door verstikking om het leven gekomen. .‘Bij hem thuis is de situatie uit de hand gelopen. Het was niet zijn bedoeling om haar van het leven te beroven”, Aldus raadsman Pel. Van een beraamde moord is volgens hem geen sprake.

Volgens Pel hebben zich tussen Joanne en zijn cliënt ‘bepaalde gedragingen’ voorgedaan. De advocaat wil niet zeggen of die seksueel van aard waren. De verdachte zou Joanne nog dezelfde middag in zijn achtertuin hebben begraven. Daar werd haar stoffelijk overschot op woensdag 25 maart gevonden.

Joanne Noordink verdween op 11 december. Ze had haar woning in allerijl verlaten. Haar auto en fiets stonden nog voor de deur. De televisie stond nog aan. Haar gsm, laptop en sieraden waren verdwenen.

Volgens Pel besloot Joanne Ehsan aansluitend op een telefoongesprek. Ehsan woont met zijn vrouw Tamara enkele honderden meters verder woont.

Joanne leerde Ehsan kennen op een halfjaar durende cursus Bijbelstudie in het najaar van 2006. Het jaar daarop schilderde hij haar woning. Daarna zouden de twee niet meer met elkaar zijn omgegaan. (desondanks zou Pel de volgende dag stellen dat Joanne langskwam om ‘over hun relatie te praten’.)

De verdachte, een Iraanse asielzoeker, stond onder druk. Hij liep het risico te worden uitgezet. De rechtbank in Zutphen had zijn asielaanvraag afgewezen. Eerder had de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) al negatief beslist. De verdachte vecht uitwijzing aan, hij vreest terugkeer naar Iran omdat hij zich van de islam heeft bekeerd tot het christendom. Ook als hij tot een langdurige celstraf wordt veroordeeld, wil hij in Nederland blijven.

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

Doofpot in zaak Denise Schouten puilt inmiddels uit.

Het aanvullende onderzoek van de rijksrecherche in de zaak van de overleden Denise Schouten (21) uit Tilburg heeft voor het Openbaar Ministerie geen nieuwe aanknopingspunten opgeleverd om medewerkers van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) alsnog te vervolgen.

Denise Schouten overleed in 1999 nadat zij in een bar een 'muf' drankje had gedronken. Tijdens of na de sectie op het lichaam zijn het hart en andere organen van de vrouw verwisseld. Waar deze verwisseling plaatsvond, heeft de rijksrecherche nooit kunnen achterhalen. Volgens justitie is Denise Schouten niet door een misdrijf om het leven gekomen, maar zou hartfalen de doodsoorzaak zijn.

In december vorig jaar heropende het OM de zaak, nadat het tv-programma NOVA onjuiste conclusies, tegenstrijdigheden en onbeantwoorde vragen in het rijksrechercherapport had aangetoond.

Michel van Stratum, advocaat van de familie Schouten, vindt de onderbouwing van het OM om niet te vervolgen „niet overtuigend”. Hij laat de klaagschriftprocedure die in juni op de rol staat gewoon doorgaan.

Met de klaagschriftprocedure willen de ouders voor elkaar krijgen dat medewerkers van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) alsnog worden vervolgd voor de verdwijning van de organen van Denise Schouten en voor valsheid in geschrift.

Onderzoek van de rijksrecherche heeft aangetoond dat het NFI wel administratieve fouten heeft gemaakt, maar het ging daarbij niet om strafbare feiten. Minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie bood vorig jaar november de familie Schouten excuses aan voor fouten die het NFI heeft gemaakt.

Tja, het was ook niet te verwachten dat het OM ook maar enige reden zou zien om een van zijn eigen incompetente organisaties of medewerkers te vervolgen

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

20 jaar cel voor Campingmoord in België

laat-hem-maar-lekker-wegrotten Frank Gijbels (41) uit Reusel bij Tilburg is vandaag door de rechtbank in Antwerpen veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf wegens doodslag op zijn vriendin Ingrid (Johanna) Kanen (45). Hij had haar in de de avond van 8 juli 2007 gewurgd op camping Keienven in Gooreind bij Wuustwezel. 

Naar zijn zeggen was hij kwaad omdat Ingrid geen zin had om met hem naar een dancing te gaan. De dag daarop kreeg hij wroeging en lichtte hij zijn kennissen in. Die waarschuwden de politie.

Frank  en Ingrid  zouden op 1 augustus 2007 café 't Koetshuis nabij de Sint-Jozefkerk in Gooreind overnemen.

Al drie maanden werkten ze zich er in. Ook zondagmorgen kwam G. werken. Zijn vriendin sliep uit, vertelde hij. Pas zo'n twee uur later stuurde hij de cafébazin naar zijn stacaravan op camping Keienven aan de Fazantendreef, zo'n anderhalve kilometer verder.

"Ik denk dat Ingrid niet goed is. Ze voelde koud aan", zei hij nog. De cafébazin vond de 45-jarige vrouw dood in de stacaravan. Gewurgd, zou later blijken. Frank G. werd kort na de vondst opgepakt in café 't Koetshuis. De onderzoeksrechter heeft hem aangehouden voor moord. Het koppel wordt door de buren op de camping omschreven als een modelpaar: vriendelijk, hulpvaardig, sociaal en sympathiek.

"Maar als hij gedronken had, was hij een andere man. Zijn drankgebruik heeft haar het leven gekost." Ook de uitbaters van 't Koetshuis zijn ontdaan. "Dat we ons zo konden vergissen in iemand. En dat hij die zondagmorgen zo koelbloedig is komen werken."

Tijdens de behandeling van de zaak op 12 en 13 mei bleek dat de campinggasten Frank gewoonlijk sympathiek vonden. Maar zijn eigen broer en zus waren keihard. Cornelius: “Het is een klootzak. Er zit gewoon geen karakter in.”

Frank Gijbels had zijn broer en zus al jaren niet meer gezien tot ze dinsdag kwamen getuigen. Maar hartelijk is wel het laatste woord waarmee je het weerzien zou kunnen omschrijven. Broer Cornelius - een beer van een vent - keek Frank kwaad aan voor hij ging zitten.

“Ik heb geen enkele goede herinnering aan hem”, zei hij tegen de voorzitter. “Het is een klootzak. Overal waar hij kwam, waren er problemen. Laat hem lekker wegrotten.”

Frank zelf reageerde nauwelijks, maar de voorzitter bleef nog even proberen. “Kunt u dan misschien één positieve eigenschap noemen”, vroeg hij. “Nee”, antwoordde Cornelius kort.

Voorzitter: “Heeft hij dan positieve eigenschappen gehád?”
Broer: “Dat denk ik niet.”
Voorzitter: “Ik merk veel negativiteit. Kunt u uitleggen hoe dat komt?” Maar dat kon Cornelius niet.

Franks zus Henrica was niet veel positiever. Net als Cornelius had ze geen contact meer met Frank sinds bekend werd dat zijn vader en hij allebei een relatie hadden met Ingrid (één keer belandden ze met zijn drieën in bed).”

“Toen ik hoorde over die driehoeksverhouding, heb ik gezegd: dan wil ik niets meer met jullie te maken hebben. Ik heb Frank ook eens zien vechten met mijn vader om Ingrid.”

Henrica noemde Frank egoïstisch en zelfingenomen. “Hij is nooit volwassen geworden.”

Ze richtte zich ook tot Frank zelf. “Ik geloof niet dat je dit koelbloedig hebt gedaan. Als je spijt hebt, laat het dan alsjeblieft zien. Dat is het enige dat je nog voor de nabestaanden kunt doen. Want je kan het met niets goedmaken.”

De familie van Ingrid barstte in snikken uit, maar Frank bleef strak naar beneden kijken.

Ingrid heeft gewurgd. “Ze heeft zich maar een klein beetje verzet. In de waan dat ik zou loslaten.”

Een prater is Frank Gijbels niet. De voorzitter moest vragen blijven stellen om uit Franks mond te horen hoe zijn jeugd was, wat voor relatie hij met Ingrid had, en hoe hij haar ‘s nachts gewurgd had in hun stacaravan.

“Ik ben normaal opgevoed. Ik heb een normale jeugd gehad”, zei Frank. Maar later bleek wel dat zijn moeder in een psychiatrische inrichting werd opgenomen toen hij veertien was, en dat zijn vader aan de drank zat.

Zenuwachtig en haperend deed hij zijn verhaal. “Ik kende Ingrid al toen ik een jaar of twintig was. Ze was onze poetsvrouw. We hadden gevoelens voor elkaar, maar zij vond dat dat niet kon omdat ik zeven jaar jonger was.”

Toen Frank doorkreeg dat Ingrid iets met zijn vader begon, ging hij het huis uit.

Na een paar mislukte relaties trok hij bij Ingrid en zijn vader in. “Toen zijn we wél een relatie begonnen. Eerst was het een soort driehoeksverhouding, want ze was ook nog met mijn vader. Maar die is uiteindelijk vertrokken.”

Het stel woonde op camping de Keienven en zou café ‘t Koetshuis in Gooreind overnemen. De week voor Ingrid gewurgd werd, was alles getekend. “Die zaterdag waren we tot twee uur ‘s nachts in ‘t Koetshuis geweest. Nadien keerden we terug naar de camping. In de kantine was een trouwfeest waar we nog zeker een uur zijn blijven hangen. Het was er heel gezellig. Ze vroegen of we nog meegingen naar een discotheek. Ik wilde wel, maar het mocht niet van haar.”

In de caravan kregen Frank en Ingrid daar ruzie over. “Ze zei dat ik niet van ophouden wist. We zaten op de bank. Ik pakte haar bij haar keel. Daarna ging ze naar de slaapkamer, kleedde zich uit en ging op de rand van het bed zitten. Ik heb haar nog een keer bij de keel gepakt. Ik kan me niet voor mijn ogen halen dat ik haar echt... Het is gewoon fataal afgelopen”, stamelde Frank.

“Heeft ze zich verzet?”, vroeg de voorzitter.
Frank: “Een klein beetje. In de waan dat ik zou loslaten.”
Voorzitter: “Greep u haar vast met één of twee handen?”
Frank: “Met twee.”
Voorzitter: “Heeft ze nog iets gezegd?”
Frank zuchtte eens diep. “Als je van me af wil, dan doe je maar, zei ze. Toen is het helemaal foutgegaan. Toen heb ik doorgeknepen blijkbaar.”

Frank werd de volgende ochtend bovenop Ingrid wakker. “Ik wilde niet geloven dat ze dood was. Ik ben de auto gaan halen en dacht dat ze wel aangekleed zou zijn als ik terugkwam. Al wist ik eigenlijk dat dat niet kon. Dan ben ik naar ‘t Koetshuis gereden om te gaan werken.”

Toen de voorzitter vroeg hoe hij nu zelf terugkijkt op dat weekend, begon Frank zachtjes te snikken. “We hadden erover moeten praten”, mompelde hij. “We hadden niet alles binnenskamers moeten houden. Ik meen het echt. Ik ben er continu mee bezig.”

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook