vrijdag 3 april 2009

Vrijspraak verdachten moord Victor ‘t Hooft

compo-thooft Remon P. uit Voorburg is door de rechtbank in Den Haag vrijgesproken van moord op vastgoedhandelaar Victor 't Hooft (47). Het Openbaar Ministerie eiste eerder twintig jaar tegen hem.

Ook Leslie S. uit Den Haag werd vrijgesproken door de rechtbank. Het OM zag hem als handlanger van P. en eiste twee weken geleden een straf van twaalf jaar tegen hem.

Een derde verdachte S.A., is ook vrijgesproken, wat ook door het OM geëist was.

Vastgoedhandelaar Van ‘t Hooft werd in november 2007 in zijn huis aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag doodgeschoten.

Op de plaats van het misdrijf werd een wapen gevonden met DNA erop dat overeenkwam met het DNA van Remon P. Ook had Emmy van Dijk, de vrouw van ‘t Hooft –die getuige was van de moord- Remon P. op grond van een compositietekening (afbeelding) hebben herkend.

Ook zouden afgeluisterde gesprekken in het arrestantenbusje volgens het OM op schuld wijzen.

Saloua A., Remon P. en Leslie S. horen hun vrijspraak aan
remon-p-vrijspraak
Hoewel de Rechtbank vindt dat de aangetroffen DNA-sporen er op wijzen dat Remon P. (Raymond) op de plaats van het misdrijf aanwezig is, laat zij meewegen dat er eveens DNA sporen van P. aangetroffen zijn bij een overval in Bloemendaal. Op dat moment zat P. (gelukkig voor hem) echter in voorarrest. De rechtbak kan dan ook niet uitsluiten dat de verklaring die P. heeft gegeven voor de aanwezigheid van zijn DNA, waar is.

Daarnaast was in de visie van het openbaar ministerie van belang een in een arrestantenbusje afgeluisterd gesprek tussen twee medeverdachten, het aan de hand van telefoongegevens en bewakingscamera’s vastgestelde doen en laten van verdachten en verklaringen van een getuige over de diefstal van een motor in opdracht van de hoofdverdachte. 

Zowel Leslie S. als Remon P. zijn op de dag van de moord te zien op de beveiligingscamera's van het Texaco benzinestation, dat schuin tegenover de woning van 't Hooft ligt. Ook zou het duo die 7e november veel met elkaar hebben gebeld.

Bij de latere herkenning door de echtgenote van ‘t Hooft kunnen - in het licht van wat de deskundige ter zitting daarover heeft verklaard - zoveel vraagtekens worden gezet, dat deze naar het oordeel van de rechtbank niet kan bijdragen aan het bewijs van de aanwezigheid van de hoofdverdachte op de plaats delict.

Het in het arrestantenbusje afgeluisterde gesprek kan volgens de rechtbank op verschillende manieren worden uitgelegd en daarmee vormt het volgens de rechtbank een te wankele basis om bij te dragen aan het bewijs.

De resultaten van het onderzoek van de telefoongegevens van de verdachten laten zien dat het mogelijk is dat de hoofdverdachte en zijn mededader op de plaats delict aanwezig zijn geweest. Het heeft echter niet geleid tot concreet bewijs dat R.P. en L.S. de aanslag hebben gepleegd.

Het door de politie en het openbaar ministerie geschetste meest waarschijnlijke scenario roept veel vragen op waar geen antwoorden op zijn. Dat betekent dat andere scenario’s en een andere (onbekende) dader of daders niet in voldoende mate kunnen worden uitgesloten.
Dit alles leidt de rechtbank tot het oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachten het feit hebben gepleegd.

Remon P. is wel veroordeeld voor het voorhanden hebben en vervoeren van hennep en voor de heling van een motor. Daarvoor wordt hem een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden opgelegd. Aangezien hij sinds april 2008 in voorlopige hechtenis zit, heeft de rechtbank zijn invrijheidstelling bevolen.

De medeverdachte L.S. is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden voor de diefstel en heling van meerdere motoren. De rechtbank heeft ook zijn onmiddellijke invrijheidstelling gelast.

De derde verdachte Saloua A. (20) is, zoals ook door het openbaar ministerie gevorderd, eveneens vrijgesproken voor betrokkenheid bij de moord c.q. doodslag. Wel is zij veroordeeld voor het medeplegen van een diefstal tot een gevangenisstraf van 5 weken, maar die heeft ze al uitgezeten.

Remon P. heeft een crimineel verleden als lid van de beruchte Juliët-bende. In juni 2005 wordt P. verdacht van de moord op Brian Fischer, tijdens een inbraak in een wiethok. Dat was in juni 2005 in Terheyde, bij Breda. Hij gaf wel toe dat hij bij het wiethok was geweest, maar niet op het tijdstip van de moord en hij ontkende dat hij had geschoten. Uiteindelijk is hij daarvoor in hoger beroep inderdaad vrijgesproken.

Update 26 april 2010: Vandaag begon het Hoger beroep. Op de 2e dag van de zitting kondigde het OM aan een nieuwe getuige te hebben die een 'nieuw licht' op de zaak zou werpen

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

OM wéér geen gesprekken met advocaat gewist | Gááp

Echt waar, ze leren het niet bij het OM. Ze zijn hardleerser dan een dove hond met MBD. Opnieuw gaat het OM onderuit in een strafzaak omdat ze afgeluisterde gesprekken van een verdachte met zijn advocaat niet hebben gewist: sterker nog, ze vormden deel van het bewijs.

Als gevolg daarvan heeft de rechtbank in Amsterdam de strafzaak tegen een verdachte van wapenbezit naar de prullenbak verwezen. Daardoor gaat de man, die een behoorlijk wapenarsenaal had, vrijuit.

Op basis van die afgetapte telefoontjes is de verdachte zelfs in de cel gezet. Daarna heeft de politie de verdachte ook nog geconfronteerd met informatie uit deze gesprekken, waardoor hij een bekentenis aflegde.

De rechtbank vindt dat de man door deze werkwijze ''in zeer ernstige mate in zijn belangen is geschaad''.

Volgens de rechtbank had het OM geen reden om op deze manier met de afgeluisterde gesprekken om te gaan. De opgeslagen wapens vormden geen gevaar voor de omgeving en de verdachte was ook niet van plan de wapens te gebruiken.

Integendeel, zegt de rechtbank, hij wilde ervan af. Het OM heeft ook niet gedaan alsof er een acute dreiging bestond, want de man is pas ruim een maand na de telefoongesprekken aangehouden.

Gesprekken tussen verdachten en hun advocaten vallen in principe onder het beroepsgeheim van de advocaat.

Als de politie zulke geheimhoudersgesprekken opneemt, moet ze die zo snel mogelijk vernietigen en de informatie daaruit mag niet gebruikt worden voor het opsporingsonderzoek.

Een verdachte moet ongehinderd met zijn advocaat kunnen communiceren om een goede verdediging te kunnen voeren.

In de wapenzaak hebben politie en justitie de advocatengesprekken ''doelbewust niet vernietigd''.

Het kan niet meer worden vastgesteld of de verdachte ook zou zijn aangehouden en een bekentenis zou hebben afgelegd als de tapgesprekken direct waren vernietigd, aldus de rechtbank. Maar de man had eigenlijk weinig keus meer.

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook