Oud-president Radovan Karadzic wil dat de aanklacht van o.a. oorlogsmisdaden en genocide tegen hem wordt ingetrokken. Dat schrijft hij vandaag in een zgn. ‘motion to dismiss’ aan de aanklagers van het Joegoslavië-Tribunaal.
Als reden voor dit verzoek noemt Karadzic de vele huiszoekingen die bij de familie van Karadzic in Bosnië worden gedaan om medeverdachte generaal Ratko Mladic op te sporen. Volgens Karadzic hebben deze nachtelijke acties mogelijke getuigen geïntimideerd en ontmoedigd om voor hem te komen getuigen in Den Haag. Hij vindt dat hem daarmee de kans op een eerlijk proces wordt ontnomen.
Op 2 december 2008 vallen om drie uur ’s nachts internationale troepen het huis van zijn vrouw Ljiljana Zelen-Karadzic in Pale binnen. Dat uitgerekend bij haar thuis naar bewijs van Mladic’ schuilplaats wordt gezocht, vindt ze belachelijk:
‘We hadden geen intensief contact met Mladic. Hij heeft heel andere opvattingen, veel extremer. Mijn man had ook ruzie met hem en wilde hem ontslaan. Mladic deed wat hij wilde.’
Op 26 maart 2009 werd ook het huis van Ljiljana’s zus binnengevallen en tweeënhalf uur doorzocht. Radovan Karadzic vroeg meermalen om opheldering wie de opdracht gaf voor de huiszoekingen, maar tot nu toe gaven zowel de aanklagers van het Tribunaal noch de Bosnische autoriteit niet thuis. Later ontkenden de aanklagers betrokken te zijn bij de huiszoekingen. Maar op het Bosnische huiszoekingsbevel van Karadzic’ schoonzuster staat dat de huiszoeking werd uitgevoerd in opdracht van een advocaat en een onderzoeker die beiden voor de aanklagers van het Tribunaal werkzaam zijn.
Zijn dochter Sonja Karadzic-Jovicevic heeft geen goed woord over voor de werkwijze van de aanklagers van het Tribunaal: ‘Dit gebeurt nergens anders ter wereld, dit kan alleen in Bosnië.’ Karadzic wil nu dat de verantwoordelijkheid voor de huiszoekingen definitief wordt vastgesteld in een speciale zitting en hij vindt dat hangende deze zitting de aanklacht tegen hem moet worden ingetrokken.
0 comments:
Een reactie posten