maandag 16 maart 2009

Hoge raad doet morgen uitspraak in Enschedese ontuchtzaak

Het Gerechtshof in Arnhem heeft op 20 februari 2002 (LJN AD9410) de aanvrager in hoger beroep voor zeven zedendelicten in de periode van 1 april 1996 tot 18 mei 1999 in de gemeente Enschede met onder meer twee van zijn dochters, veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar en TBS met dwangverpleging

Tegen deze uitspraak van het hof is de verdachte in cassatie gegaan. De Hoge Raad  heeft op 30 september 2003 de cassatie verworpen (LJN AI0010), maar wel de gevangenisstraf verminderd tot zeven jaren en zeven maanden. Daarmee was de veroordeling van de verdachte door het hof Arnhem definitief.

Naar aanleiding van het strafproces tegen de aanvrager heeft prof. dr. H.F.M. Crombag zich tot de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (hierna: CEAS) gewend met het verzoek tot het verrichten van een onderzoek in de zaak tegen de aanvrager. De CEAS heeft een onderzoek noodzakelijk geacht en voor dat onderzoek een driemanschap aangewezen. In zijn rapport adviseerde het driemanschap het College van procureurs-generaal nader onderzoek in te (laten) stellen.

Op 17 december 2007 heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad naar aanleiding van het rapport van het driemanschap het verzoek ontvangen van het College van procureurs-generaal te beoordelen of dat rapport aanleiding gaf tot het indienen van een vordering tot herziening of het doen van nader onderzoek. Op de zitting van de Hoge Raad van 22 april 2008 heeft de advocaat-generaal mr. N.A.M. Schipper medegedeeld dat het verzoek niet is ingewilligd.

De aanvrage tot herziening Op 1 februari 2008 heeft mr. G.G.J. Knoops, advocaat in Amsterdam, bij de Hoge Raad een aanvrage tot herziening van de uitspraak van het hof Arnhem van 20 februari 2002 ingediend.

De aanvrage steunt op het rapport van de CEAS. Volgens de aanvrage is er om verschillende redenen sprake van een zogenaamd ‘novum’.

Op de zitting van de Hoge Raad van 22 april 2008 heeft mr. Knoops de aanvrage mondeling toegelicht.

De advocaat-generaal mr. N.A.M. Schipper heeft op 23 september 2008 geadviseerd dat de Hoge Raad de aanvrage tot herziening ongegrond zal verklaren.

De Hoge Raad zal op dinsdag 17 maart 2009, 12.00 uur, uitspraak doen in deze zaak.
Update 17 maart 2009: Het verzoek werd afgewezen (LJN: BF1321, Hoge Raad, 08/00459 H)

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

0 comments: