donderdag 26 juni 2008

DNA vooral belangrijk bij veelvoorkomende criminaliteit

Het verzamelen van DNA-materiaal helpt vooral in de strijd tegen veelvoorkomende misdrijven, zoals woninginbraken. Door DNA-sporen uit de woning te vergelijken met celmateriaal van een verdachte, kan justitie sneller een bekentenis afdwingen.

Verdachten van zware misdrijven, waaronder zedendelicten, laten zich minder snel tot een bekentenis verleiden door DNA-onderzoek. Dat heeft minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie donderdag aan de Tweede Kamer gemeld, op basis van rapporten van zijn onderzoeksbureau WODC.

Op zich is dat niet verbazingwekkend, bekentenissen bij zware misdrijven hebben natuurlijk grotere gevolgen. Bovendien is inmiddels duidelijk geworden - ook aan de criminelen-  dat DNA niet meer het wonderbewijs is waar het soms wel voor gehouden wordt. Het gebruik (of beter gezegd het negeren) van DNA bewijs in de Puttense moordzaak en de Schiedammer parkmoord hebben natuurlijk ook laten zien dat DNA bewijs erg flexibel is in het gebruik door justitie. Bovendien zal een van inbraak verdachte (die schuldig is) sneller zijn vorige inbraken opbiechten omdat je in de praktijk voor 10 inbraken net zo'n zware straf krijgt als voor 4, dan kun je er maar beter vanaf zijn.

Door verruiming van wetten in 2001 en 2005 kan justitie vaker DNA-materiaal afnemen, zowel van verdachten als van veroordeelde criminelen.

Hierdoor is het aantal profielen in de DNA-databank gestegen tot meer dan 50.000. De databank bevat nu acht keer meer DNA-profielen dan begin 2005.

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook

0 comments: