Ambtenaren correct gehandeld in Braziliaanse kinderporno zaak

op basis van een extern onderzoek stelt minister Verhagen van Buitenlandse Zaken vandaag dat de ambtenaren van het consulaat-generaal in Rio de Janeiro in 2004 geen strafbaar feit hebben gepleegd toen zij noodpaspoorten verstrekten aan twee Nederlanders die waren veroordeeld voor het maken en verspreiden van kinderporno. Zij mochten die noodpaspoorten niet weigeren volgens de Paspoortwet.

Verhagen wil de Paspoortwet nu wel aanpassen. Hij gaat daarover met zijn collega's in het kabinet praten. ‘Het kan niet zo zijn dat mensen die verdacht worden van zeer ernstige misdrijven daarvoor geen verantwoording hoeven af te leggen.’

Uit het onderzoek blijkt verder dat de medewerkers van het consulaat-generaal de Braziliaanse autoriteiten op de hoogte hadden moeten stellen van het verstrekken van de noodpaspoorten.

De twee Nederlanders, Jerry K. en Johan T., konden na hun eerste veroordeling door een Braziliaanse rechtbank het land in 2004 ontvluchten met de nooddocumenten en ontliepen op die manier hun straf. Het gerechtshof in Rio de Janeiro veroordeelde de twee Nederlanders in april dit jaar tot een gevangenisstraf van 21 en 17 jaar.

Toen de zaak in de publiciteit kwam, stelde het ministerie in Den Haag ten onrechte dat de noodpaspoorten niet hadden mogen worden afgegeven, blijkt uit het onderzoek. Ook had niet gezegd mogen worden dat de Braziliaanse autoriteiten een schriftelijke garantie hadden gekregen dat de verdachten in het land zouden blijven. Verhagen trekt daarover het boetekleed aan. ‘Het ministerie heeft de zaak destijds met onvoldoende oog voor de ernst van de situatie behandeld’.

Inmiddels stellen Nederlandse ambassades en consulaten wel de plaatselijke autoriteiten op de hoogte van het voornemen om een noodpaspoort af te geven. Bovendien hebben ze opdracht gekregen extra te letten op het risico dat mensen zich onttrekken aan de rechtsgang.