woensdag 23 november 2005

De moord op Kumral Bagci

De zevenjarige Kumral Bagi uit den Haag verdwijnt in de middag van woensdag 21 juni 1995 terwijl ze speelt bij de Haagse Mart, in de Transvaalbuurt. Twee dagen later wordt zij, in stukken gesneden en verpakt in drie tassen, gevonden in Scheveningen.

Kumral ging die woensdag 21 juni 1995 om half negen naar haar school aan de Wolmaranstraat. Om half twaalf gaat ze met haar twee jaar jongere zusje naar huis aan het Hoflandplein, zo'n tien minuten lopen. Ongeveer halverwege, bij de hoek Boerenstraat/Wesselstraat komen de twee zusjes een tante tegen. Kumral zegt haar dat ze een ijsje gaat kopen. Ze krijgt wat woorden met haar zusje en besluit alleen het ijsje te gaan halen. Daarna is onduidelijk wat er precies met Kumral is gebeurd.

Als Kumral niet thuis komt, zoekt de familie samen met de politie gedurende twee dagen en nachten de hele wijk af naar het meisje. Zonder resultaat. Wel worden die donderdag haar rolschaatsen gevonden in het Tenierplantsoen in de Haagse Schilderswijk, een plek waar Kumral niet uit zichzelf zou komen.

Op vrijdag 23 juni 1995 krijgt haar vader, Famil Bagci van de politie te horen dat zijn dochter in Scheveningen is gevonden, vermoord. Zij is gevonden door een aannemer die ter plekke werkte. Hij zag daar drie tassen: een zwarte sporttas met kleurige opdruk, een geplastificeerde boodschappentas en een plastic tas met het logo van de winkelketen Leen Bakker. Als hij in een tas kijkt ziet hij een stukje onderarm van een mens. Naar later blijkt, van Kumral. Het meisje blijkt te zijn gewurgd, waarschijnlijk pas op donderdagmiddag 22 juni en vervolgens in stukken gesneden met een scherp mes.

In de tassen vindt de recherche enkele mogelijke dadersporen, waaruit een DNA-profiel wordt gehaald. Op haar schoen, sokken en een haarbandje na, zijn haar kleren verdwenen. De recherche gaat er in eerste instantie vanuit dat er sprake is van een afrekening binnen de familie omdat een drie maanden eerder een aan stukken gesneden man, Haydar Aydin, verre familie blijkt te zijn van Kumral.

De recherche vindt echter geen concrete aanwijzingen die het vermoeden van een eerwraak hard maken. De politie hoort verschillende getuigen die Kumral die woensdagmiddag nog zouden hebben gezien. Een schoolgenootje verklaart te hebben gezien hoe een vrouw met geblondeerd haar en een opvallende ring Kumral bij het Hobbemaplein met geweld een auto intrekt. Een buurtbewoonster zegt iets dergelijks te hebben gezien, alleen dan bij de hoek Kempstraat/Wesselstraat. Ook zij noemt een geblondeerde vrouw met een opvallende ring. Ook zijn er aanwijzingen dat Kumral later die middag bij het Hoflandplein nog is aangesproken door een blonde man. De recherche verspreidt een compositietekening van deze man, maar dat levert geen nieuwe aanwijzingen op. Zowel de blanke man als de vrouw met het geblondeerde haar zijn nooit gevonden.

Na de moord wordt een grootschalig onderzoek gestart. Diverse personen worden aangehouden, maar tot een veroordeling komt het niet.

In 1999 komt de zaak in een stroomversnelling als de recherche nieuwe aanwijzingen krijgt dat familie van Kumral achter de moord zou zitten. Het wordt nooit duidelijk welke aanwijzingen dat zouden zijn. Er volgen drie arrestaties, maar van geen van deze verdachten blijkt het DNA te matchen en ze worden dan ook vrijgelaten.

In 2002 houdt het Landelijk Team Kindermoorden alle feiten opnieuw tegen het licht en dat lijkt tot een doorbraak te leiden. September 2003, acht jaar na de dood van Kumral Bagci, houdt de politie twee verdachten aan. De eerste verdachte betreft een 20 jaar oude achterneef van Kumral. Tijdens de moord was hij 12 jaar oud. Hij ontkent  iets met de dood van zijn achternichtje te maken te hebben. De recherche heeft echter zijn vingerafdrukken op de plastic tassen aangetroffen, waarin het in stukken gesneden lijkje van Kumral was verpakt. Eerder was er geen match gevonden maar inmiddels waren zij afgenomen nadat de 20 jarige verdachte een video had gestolen. De jongeman zegt niet te weten hoe zijn vingerafdrukken op de plastic tassen terecht zijn gekomen.

De tweede verdachte is zijn 48-jarige alleenstaande moeder die nog 3 andere kinderen heeft. Zij komt nooit meer levend uit het politiebureau. Na een indringend en bijzonder hard verhoor pleegt zij in haar cel in het bureau Haaglanden zelfmoord door zich te wurgen met haar hoofddoek. Zij hield tot haar dood volgeen schuld te hebben aan de moord op Kumral. Haar familie dient 6 oktober 2004 een klacht in bij het Gerechtshof in Den Haag tegen de twee rechercheurs die de vrouw hebben verhoord. Ze zouden haar hebben uitgemaakt voor 'ordinaire stinkhoer, beest en monster'. Als gevolg hiervan zou zich van het leven hebben beroofd. Op 23 november 2005 doet het Hof uitspraak. De rechter bepaalt dat de politiemensen tijdens het verhoor te ver zijn gegaan en schuldig zijn aan haar dood. De rechter bepaalt echter ook dat zij niet hoeven worden vervolgd 'omdat zij door de dood van de vrouw al genoeg zijn gestraft'. Een uitspraak die eens te meer laat zien dat politiemensen zelden verantwoordelijk gehouden worden voor hun daden.

In oktober 2003 worden nog twee mannen -familieleden van de 20-jarige hoofdverdachte- aangehouden, maar werden korte tijd later in vrijheid gesteld. Op donderdag 19 februari 2004 werd tenslotte een 23-jarige zus van de hoofdverdachte in Den Haag aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de moord op Kumral.

De hoofdverdachte Evren T. werd door de rechter op 9 juli 2004 vrijgesproken (LJN: AP9383). De twee andere mannen en de vrouw hoeven zich niet voor de rechter te verantwoorden, omdat het onderzoek niet voldoende aanknopingspunten heeft opgeleverd voor vervolging van de drie, zo maakte het Openbaar Ministerie bekend op 29 juli 2004. Het onderzoek naar de moord op Kumral Bagci wordt nu onopgelost afgesloten, zo liet het OM weten. Justitie heeft een beloning van 20.000 euro uitgeloofd, die door de familie Bagci is verhoogd met 10.000 euro.

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook