maandag 4 oktober 1993

Eis: 14, 12 en 7 jaar voor moord Den Haag

Tegen Hagenaar Hans H. (36) is voor de rechtbank in Den Haag veertien jaar gevangenisstraf geëist voor de moord op zijn boezemvriend Loo Vink (37). Twee andere verdachten, een Engels echtpaar, hoorde zeven en twaalf jaar eisen.

Volgens officier van Jusfitie mr. W. Tomesen is Vink in de nacht van 6 op 7 november vorig jaar met een nekschot om het leven gebracht. De resten van zijn lichaam werden door het land verspreid. Die werden in januari in de bossen bij Apeldoorn gevonden en in maart werd op aanwijzing van de verdachte ook een rest in een aarden vaas uit de Vliet in Rijswijk opgevist.

Tijdens de zitting bleek dat Vink zich, behalve met het handelen in tapinstallaties en automaten, bezighield met drugshandel. Hij zou samenwerken met het Engelse echtpaar dat vanaf het Kanaaleiland Jersey in drugs handelde. Het echtpaar moest gisteren voorkomen voor uitlokking van, moord. Tegen de man, Ray G. R.(56), werd twaalf jaar gevangenisstraf geëist. Tegen de vrouw, Jean T.(57), werd zeven jaar geëist. Vink zou het echtpaar hebben bedrogen door hun slechte drugs te leveren en zou een schuld van twee ton bij hen hebben. Daarover zou G. R. boos zijn geworden.

De Engelsman verklaarde echter voor de rechtbank dat hij de avond van 6 november naar Den Haag was gegaan om de zaak met Vink uit te praten. Een gesprek liep op niets uit en toen hij en H. uit de auto van Vink waren gestapt, had de Engelsman gezegd: „Do it", en H. een stapel ponden in de hand gedrukt.

H. had een heel ander verhaal. Pas 's avonds om een uur of elf had hij Vink alleen gelaten en was gaan stappen. De volgende morgen was hij volgens afspraak naar het vliegveld in Brussel gegaan, omdat hij, Vink en het Engelse echtpaar naar Thailand zouden vertrekken, maar Vink kvram niet.

De drie werden op 6 maart in Sydney (Australië) aangehouden. Bij hun arrestatie werd 1,3 kilo heroïne gevonden. Het echtpaar zou in Australië voor drugssmokkel worden vervolgd. Aanvankelijk hadden zij ontkend iets met de moord te maken te hebben. Toen hun duidelijk werd dat zij, als zij bekenden iets van de moord te weten, naar Duitsland zouden worden uitgeleverd, kwamen zij pas met hun verhaal op de proppen. H. had al eerder erkend dat hij iets met de moord te maken had gehad, ook pas nadat duidelijk was dat hij dan aan Nederland zou worden uitgeleverd.

Raadsman mr. A. Westendorp vroeg vrijspraak voor zijn cliënt H. Er is veel onduidelijk. Zo is volgens hem onbekend waar de moord is gepleegd, wanneer en vooral hoe. Nergens zijn sporen gevonden.

De rechtbank doet 15 oktober uitspraak.

Plaats op NuJij Voeg toe aan Blig Facebook Facebook